AAC/
ABO(minablement difficile) een graad moeilijker dan Extrêmement Difficile.
adhérence [v.] smear wrijvingsgreep of -tree. to smear op een wrijvingstreetje staan. en adhérence smearing op wrijving.
ailes de poulet [lett. kippenvleugels] ellebogen die tijdens het klimmen door vermoeidheid omhoog gaan.
aléatoire precarious onzeker. mouvement [m.] aléatoire klimbeweging waarvan je als je hem doet niet zeker weet of ie gaat lukken.
allez/
(beaucoup d')allonge [v.] (grote) reikwijdte.
âme [v.] [lett. ziel] core kern (van een touw).
en amont upstream stroomop, naar boven.
amplitude [v.] reikwijdte.
anneau [m.] ring, van een haak, of van touw of bandmateriaal.
ape index aapfactor (spanwijdte min lichaamslengte).
(à‑)
en appui afsteunend. appui [m.] de paume afsteunend met de handpalm onder je.
ardoise [v.] slate leisteen, shale leisteenrots.
arête [v.] arête graat, outside corner [Am.] hoek (v.e. rotswand), ridge bergrug.
arqué[e] [lett. gebogen] (closed) crimped
met overstrekte eindgewrichten van de vingers. arquer/
arrondi[e] rounded afgerond.
escalade [v.] artificielle/
aseptisé[e] steriel, zonder spanning, ruim behaakt.
assurer to belay
zekeren. assureur [m.] belayer zekeraar. tu veux/
athlétique gymnastisch, veel kracht en lenigheid kostend.
zone [v.] d'atterrissage/
en aval downstream stroomaf, naar beneden.
avale! take in [Br.]/